Het Hanen ® Ouderprogramma is ontwikkeld voor ouders van kinderen van 1 tot ca 5 jaar met een taal(ontwikkeling)stoornis of taalachterstand: je kind praat niet of nauwelijks terwijl je dat op zijn of haar leeftijd wel zou verwachten.
Het Hanen ® Ouderprogramma helpt jou en je kind wanneer je regelmatig tegen één of meer van de volgende vragen aanloopt:
- Het lukt mijn kind vaak niet om zichzelf duidelijk te maken.
- Mijn kind gebruikt geen of weinig woorden, terwijl ik dat op zijn/ haar leeftijd wel zou verwachten.
- Ik weet niet of mijn kind wel begrijpt wat ik zeg.
- Ik weet niet hoe ik mijn kind kan helpen om nieuwe taal te leren.
- Mijn kind is vaak boos en gefrustreerd.
- Als ik met mijn kind speel, kan hij of zij maar kort zijn aandacht erbij houden.
- Hoe kan ik beter contact maken met mijn kind?
- Ik en/of mensen om me heen, maken zich zorgen over de (taal)ontwikkeling van mijn kind.
Aan het Hanen® Ouderprogramma ‘Praten doe je met z’n tweeën’ kunnen alle direct bij het kind betrokken volwassen opvoeders meedoen. Het is wenselijk dat beide ouders meedoen met het programma, zodat beide leren hoe ze de taal bij hun kind kunnen stimuleren. Ook oppasoma’s en -opa’s zijn van harte welkom om mee te doen met het programma.
WAAROM IS VROEGE INTERVENTIE ZO BELANGRIJK?
De vroege levensjaren van je kind zijn het belangrijkst om sterke taalvaardigheden te ontwikkelen. In deze jaren ontwikkelen de hersenen van je kind extreem snel. Ook is je kind in deze jaren meer ontvankelijk om te leren en nieuwe informatie tot zich te nemen dan hij ooit zal zijn.
Vanaf de geboorte tot circa vijf jaar leren kinderen nieuwe taal door interactie met de meest belangrijke volwassenen in hun leven. Als een kind een boodschap over brengt, door bijvoorbeeld een gebaar te maken, een geluid of een woord, en de feedback van de ouders hierop sterk responsief is, helpt dit het kind om nieuwe taal te leren.
Deze responsieve feedback van ouders is een essentieel ingrediënt voor de taalontwikkeling van elk kind.
Maar wanneer een kind minder communiceert dan leeftijdsgenootjes, zal hij waarschijnlijk veel minder van deze essentiële feedback ontvangen. Omdat hij niet praat, zullen volwassenen als vanzelf ook minder met het kind communiceren. Zo krijgt een kind niet de helpende input die het nodig heeft om de taalvaardigheden te ontwikkelen. Omdat een kind met een vertraagde spraak- en taalontwikkeling niet volledig kan meedoen aan activiteiten en gesprekken, kunnen ze zelfs meer achter gaan lopen wanneer ze niet de hulp krijgen die ze nodig hebben.
Dit is waarom het zo belangrijk is om niet te wachten wanneer je signalen ziet dat de communicatieve ontwikkeling van je kind is vertraagd. Veel ouders krijgen het advies ‘dat hun kind er vanzelf overheen zal groeien’ en hopen dat hun kind de achterstand vanzelf inhaalt. Maar dit afwachten kan maken dat kostbare tijd verloren gaat tijdens deze kritieke taalontwikkelingsfase.
Wanneer een kind met een taalachterstand extra support krijgt van de belangrijke volwassenen in zijn leven, kan veel winst worden behaald. Vroege interventie is noodzakelijk voor deze kinderen om communicatievaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor verdere successen op het gebied van leren en in hun persoonlijke leven.
Kortom, hoe eerder een kind ondersteuning krijgt, hoe beter de taal zich zal ontwikkelen.